Vanaf jongs af aan wordt al het belang van een baan meegegeven. Vlak na de basisschool doe je al een beroepskeuzetest, tijdens jouw studie wordt je verteld dat jij de nieuwe specialist gaat zijn in jouw vakgebied en dat je bij wijze van spreken binnen no time manager wordt. Deze tijd kenmerkt zich met ‘workism’. Wat dat inhoudt? Je leest het hier!
Wat is ‘workism’?
We identificeren ons vaak met ons werk. Ik ben (naam) en ik ben (beroep). Dat is logisch omdat we het grootste deel van onze week ook met werk bezig zijn. Daarbij is de laatste jaren de focus op carrière gerelateerd aan aanzien alleen maar groter geworden. Enerzijds wordt dit gedreven door de grote keuze aan studies die je kunt volgen. Ook heeft het leenstelsel van afgelopen jaren de druk om te presteren ook aanzienlijk verhoogd. Met name onder millennials is er een bijna religieuze kijk gekomen op het belang van een baan. Het is het geloof dat werk niet alleen noodzakelijk is om de rekening te betalen, maar ook het middelpunt wordt van iemands identiteit en levensdoel. Dit fenomeen wordt ‘workism’ genoemd en is een van de hardst opkomende nieuwe geloven. Belangrijk is het om uit te lichten dat workism natuurlijk niet voor iedereen geldt. Het speelt met name bij millennials met een hoger geschoolde achtergrond.
Het workism-tijdperk
Deze millennials zijn met name degene die de meeste tijd hebben doorgebracht in het ‘workism-tijdperk’. Zoals eerder genoemd wordt er tijdens de opleiding al veel aandacht besteed aan beroepskeuze en zelfoptimalisatie. Daarnaast komt daar ook de invloed van social media bij kijken. Deze groep wordt blootgesteld aan een enorme hoop vergelijkingsmateriaal van leeftijdsgenoten. Mensen met een ogenschijnlijke eigen business of hoge positie in een bedrijf. Maar net als met schoonheid op social media is dit vaak bewerkt en in een frame naar keuze gezet. De manier om je carrièrepad te ontwikkelen is steeds minder door conversatie en meer door sociale vergelijking. Daarnaast is de druk om te presteren ook groter geworden voor deze generatie. Je ziet dat de afgelopen jaren ook onder jongeren stress gerelateerde zaken als burn-outs steeds vaker voorkomen.
Onderzoek naar workism
Dit fenomeen is ook onderzocht. In een onderzoek op Amerikaanse universiteiten hebben ze onderzoek gedaan naar ‘The epidemic of youth anxiety’. Daarbij legden ze de respondenten stellingen voor waarvan ze moesten aangeven hoe belangrijk ze dit vonden. Opvallend was dat 95% van de respondenten had aangegeven dat ze ‘het hebben van een baan en carrière die ze leuk vinden en ambiëren’ extreem tot zeer belangrijk ervaren. Deze stelling had dus het allerhoogste gescoord. Het ‘vinden van werkgeluk’ stond boven ‘het helpen van mensen in nood’ met een score van 85% en ‘het vinden van een partner en trouwen’ met een score 47% onder de respondenten.
Natuurlijk is er helemaal niks mis met werken en hard werken voor wat er gedaan moet worden. En zeker is er een groep mensen die uit het harde werken voldoening haalt. Ze hebben genoeg in de portemonnee, hebben altijd iets te doen en zijn vervuld. Echter is een volledige cultuur die zich wijdt aan zelfoptimalisatie en workism gedoemd en hebben daaruit veel mensen als gevolg last van stress en burn-out. Werk is een onuitputtelijke bron en wanneer je ontslagen wordt, een burn-out krijgt of met pensioen gaat heb je hier niet zoveel meer aan. Belangrijk om het dus niet je totale drijfveer te laten zijn.
Naast je werk ben je namelijk altijd nog jezelf. En blijf onthouden dat dat altijd goed genoeg is.